Nomaden in Nederland
gepubliceerd in Trouw, 30 juli 2013
Het is een kleine maar snel groeiende groep: mensen die niet langer in een huis wonen maar in een Mongoolse nomadentent. Een vorm van eenvoudig en duurzaam wonen, verbonden met de natuur. Het is illegaal, maar steeds meer gemeenten stimuleren het.
“De biologische boerderij waar ik met mijn yurt sta, houdt een paar keer per jaar een opendag”, vertelt Ellen Keijzer, die bijna acht jaar in haar zelfgemaakte Mongoolse nomadentent woont. “Op zo’n opendag komen de dagjesmensen ook bij mij langs. De meeste zijn eerst wat achterdochtig. Je ziet ze denken: dat is vast een ontspoord type die niets met de maatschappij te maken wil hebben, of die aan lager wal is geraakt en geen geld heeft om een huis te betalen. Maar als ik ze vertel dat ik een baan heb en een auto en twee studerende kinderen, zie je ze ontspannen. O, je bent gewoon! Dan komen de vragen. En krijg ik ook veel respect. Heb je die tent helemaal zelf gemaakt? Wat knap!."
Keijzer (52) werkt drie dagen per week aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, waar ze studenten begeleidt bij metaalbewerking. Op werkdagen rijdt ze naar Utrecht vanuit Wilnis bij Breukelen. Daar, midden in het Groene Hart, sloeg ze een aantal jaren geleden haar tent op, achter het erf van een boer. De ronde tent heeft een diameter van zes meter en bestaat uit een houten geraamte van stokken en latten. Het geheel is overspannen met tentdoeken, en wollen dekens en vilt ter isolatie. Van een afstand gezien heeft de tent iets weg van een kleine, ronde hooiberg die bedekt is met een witte doek. De buitenwand van de tent is niet hoger dan anderhalve meter, maar in het midden reikt het dak tot ruim drie meter. Daar staan twee houten palen naast elkaar die de hele constructie dragen. In het dak tussen de palen is een koepeltje van plexiglas, waardoor het in de verder raamloze tent toch tamelijk licht is. De vloer bestaat uit een dik grondzijl met daarop vloerbedekking en kleden. Een kleine houtkachel dient ter verwarming, maar ook om het vocht uit te drijven en om op te koken. Keijzer: “Het is hier ook in de winter aangenaam warm. Niet zo gek natuurlijk: een yurt is gemaakt voor het barre, Mongoolse klimaat.”
Vanuit haar tent kijkt Keijzer uit op weilanden, wilgenbosjes, sloten en koeien. “Als je in een tent woont, ben je echt verbonden met de natuur”, zegt ze. “Je woont letterlijk met je voeten op de aarde. En ook als je binnen zit, hoor je de vogels en de kikkers en voel je de wind. Voor mij was die verbondenheid een belangrijke reden om in een yurt te wonen.”
Ze schat het aantal collega-yurtbewoners in Nederland op ongeveer honderd. Dat getal is niet officieel, want yurtbewoners worden nergens formeel geregistreerd. Keijzer: “Maar het is een klein wereldje. In de acht jaar dat ik nu in een yurt woon, heb ik een redelijk beeld opgebouwd van het aantal bewoners. De meeste mensen wonen net als ik in hun eentje in een tent, of samen met hun partner. Maar ik ken ook gezinnen met twee of drie schoolgaande kinderen die een yurt bewonen.”
Keijzers schatting van het aantal mensen dat in een Mongoolse tent woont wordt bevestigd door verschillende andere yurtbewoners. En ook door mensen van Nooitmeerhaast: een groep zelfstandig ondernemers die in Mongolië tenten laat maken speciaal voor het vochtige Nederlandse klimaat, en ze in Nederland verkoopt en verhuurt. Harm Koopmans (47), die met zijn vrouw Marieke samen in een yurt woont, verkoopt de nomadententen voor Nooitmeerhaast. Koopmans: “Wij waren negen jaar geleden, na een aantal échte pioniers, een van de eerste die besloten om op deze manier te gaan wonen. Sindsdien neemt het aantal yurtbewoners gestaag toe. Vooral de afgelopen twee, drie jaar zie je een stijging. Door de economische crisis en door de klimaatveranderingen en milieuproblemen hebben steeds meer mensen behoefte aan een eenvoudiger manier van leven, dichter bij de natuur. Veel mensen zijn het zat om vast te zitten aan een hypotheek en aan veel spullen en financiële verplichtingen.”
Een van de redenen dat er geen formele getallen beschikbaar zijn over het aantal yurtbewoners, is omdat wonen in een tent vaak niet mag. Veel yurtbewoners staan met hun tent bij een boer of op een braakliggend stuk grond. Die locaties hebben meestal geen woonbestemming. Bovendien stellen wet- en regelgeving bouwkundige eisen aan woningen, en daar voldoet een tent niet aan. Daarmee is wonen in een yurt dus vaak illegaal. Toch zijn er gemeenten die deze woonvorm gedogen, zegt Ellen Keijzer. “Zo’n grote witte tent in het weiland valt nogal op. De gemeente weet echt wel dat ik hier woon. Maar ik heb nog nooit een ambtenaar op bezoek gehad. Zolang buurtbewoners geen reden hebben tot klagen, vindt de overheid het blijkbaar goed.”
Sommige gemeenten gaan verder dan gedogen en vinden het belangrijk om burgers die dat willen, de ruimte te geven voor deze woonvorm. Zoals de gemeente Bronckhorst bij Zutphen. “In onze gemeente woont een aantal mensen in een yurt”, zegt een woordvoerder. “Er is blijkbaar behoefte aan. Dat is voor ons aanleiding om te onderzoeken op welke manier we yurtbewoning ook formeel mogelijk kunnen maken. Het is voor ons een tamelijk nieuwe ontwikkeling. We hopen na de zomer helderheid te kunnen geven onder welke voorwaarden het eventueel kan.”
Ook Leeuwarden is actief op dit vlak. “In de nieuwe stadsuitbreiding de Zuidlanden willen we komend jaar tien bouwkavels uitgeven voor vrij bouwen”, zegt een woordvoerder van de gemeente. “Daar geven we burgers dus de ruimte om nieuwe woonvormen te ontwikkelen. Duurzaamheid is een van de speerpunten van de gemeente. Juist op die tien kavels bieden we plek aan duurzame woonvormen. Daar kunnen yurts bij horen, maar ook bijvoorbeeld ecowoningen van leem en stro. We gaan dat als gemeente allemaal niet bedenken. Juist niet: we laten de invulling over aan de samenleving. Er is veel belangstelling voor de kavels.”
Die belangstelling is niet zo gek, want wonen in een yurt geeft een gevoel van vrijheid. Dat zegt Nonke Trienekens (33), die met haar vriend een klein jaar geleden een yurt kocht en die neerzette bij een boerderij in de Achterhoek. “In 2011 kwamen we terug in Nederland, na een reis door India en Nepal. Tijdens de reis leefden we uit onze rugzak. Meer dan de spullen die daarin zaten hadden we blijkbaar niet nodig. Waarom zouden we dan hier in Nederland weer in een huis gaan zitten? We besloten om een yurt te kopen en ook in Nederland simpel te blijven leven met weinig spullen. Dat is heerlijk. En als we willen kunnen we de tent morgen afbreken en vertrekken. Alsof we nog steeds op reis zijn.”
Tobias Reijngoud, 2013